Inleiding en oriëntatie van het onderzoeksprobleem
- Je hebt relevante informatie gevonden en verwerkt.
- Je hebt de theoretische achtergrond van je onderzoek weergegeven.
- Je hebt nauwkeurig aangegeven wat je hebt onderzocht.
Probleemanalyse
- De oorzaken en gevolgen van het onderzoeksprobleem zijn helder en duidelijk omschreven.
- De analyse is diepgaand en steunt op betrouwbare informatie.
- Bij de probleemanalyse zijn verschillende informatiebronnen geraadpleegd.
Oplossingen
- De geformuleerde oplossingen slaan op het onderzoeksprobleem.
- De oplossingen zijn realistisch en toepasbaar.
- Er is aangegeven waarop de oplossingen gebaseerd zijn.
- De originaliteit van de oplossingen.
Conclusie
- Er is (zijn) een conclusie(s) getrokken.
- De conclusie is volledig en juist (en kritisch ten aanzien van het eigen onderzoek).
- De conclusie is zakelijk en helder geformuleerd.
- Er is aangegeven welke problemen er waren, indien mogelijk met een verklaring.
Presentatie
- De organisatie van de presentatie. Er is een duidelijke structuur en samenhang. De overgangen zijn duidelijk en gemakkelijk te volgen door de luisteraar.
- Inhoud. De kern van de informatie wordt naar voren gebracht. De gegeven informatie ondersteunt de conclusies van het onderzoek.
- Overdracht van informatie.
- Gebruikte media. De media dragen bij tot de effectiviteit van de presentatie.
Overige criteria
- Creativiteit van en eigen initiatief bij de uitvoering van het onderzoeksprobleem.
- Uitgebreidheid van het onderzoek.
- Mate waarin de gevolgde werkwijze aansluit bij de probleemstelling.
- Aanwezigheid van volledige bronvermelding.
- De formulering is in correct Nederlands weergegeven.